Toen de dood tot Bilaal kwam, zei hij: ‘Morgen zullen wij de geliefden ontmoeten: Mohammed en zijn partij.’ Daarop zei zijn vrouw: ‘O wat een ramp!’ Bilaal antwoordde haar echter: ‘O wat een vreugde!’
Aboe Hoerayrah huilde tijdens zijn ziekte, waarop men hem vroeg: ‘Wat doet jou huilen?’ Hij antwoordde: ‘Ik huil niet omwille van deze wereld van jullie, maar ik huil vanwege mijn lange reis en mijn geringe proviand. Voorwaar, ik ga af op het Paradijs en het Hellevuur en ik weet niet naar welke van de twee ik genomen zal worden!’
Toen de dood tot ‘Aamir ibn ‘Abdillaah kwam, begon hij te huilen, waarop men hem vroeg: ‘Wat doet jou huilen?’ Hij antwoordde: ‘Ik huil niet uit angst voor de dood noch uit liefde voor deze wereld, maar ik huil vanwege het gemis van de dorst tijdens de hete dagen en het bidden tijdens de winternachten.’
Toen de dood tot één van de koningen kwam, riep hij: ‘O U Wiens Koninkrijk niet vergaat! Wees barmhartig voor degene wiens koninkrijk is vergaan!’